Na onze onvergetelijke avonturen met de motor richting de bergen van Dalat hadden we, op z’n zachts gezegd, een paar enerverende dagen. Aan het infuus in een vreemd ziekenhuis, het gemis van thuis en een wilde nacht in de trein. Ik neem je mee, onderweg naar het midden van Vietnam: Da Nang!
We zaten nog vol adrenaline van de gave tour die we per motor van Ho Chi Minh naar Dalat hadden gemaakt. Zo’n 800 kilometer dwars door de binnenlanden van Vietnam. We kwamen op plekken waar ze in jaren geen toerist hadden gezien en we werden als filmsterren ontvangen terwijl we dachten even rustig ergens te gaan lunchen. De laatste dag eindigde een klein beetje met een kater. We kwamen aan als verzopen katjes en waar we het de eerste drie dagen zo gezellig hadden gehad kregen we de indruk dat onze ‘vrienden’ zo snel mogelijk naar huis wilde. Maar oké, we hadden veilig de overtocht gemaakt en waren in het relatief frisse Dalat aangekomen.
De oude bekende
In Dalat kwamen we bij stom toeval een ‘oude bekende’ tegen. Een Duitse man van achterin de 30 die zelf voor een half jaar de wereld aan het verkennen was. We zagen hem eerder al in Phu Quoc en hij zat ook nog eens in hetzelfde vliegtuig naar Ho Chi Minh City. En soms heb je dat wel eens dat het niet klikt. Dat hadden we dus allebei bij deze man. Alleen hij vond ons maar wat leuk. Het leverde wat ongemakkelijke situaties op. Zo ook in Dalat. Toch niet het kleinste stadje. Maar zonder dat we het van elkaar wisten zaten we allebei in dezelfde koffietent een kopje koffie te drinken. Het was de voorbode voor meer onverwachte wendingen.
Onverwachte wendingen
De volgende dag werd ik namelijk goed ziek. Alles kwam er uit. Ik zal je de details besparen. Het was de tweede keer in twee weken dat ik me zo beroerd voelde. En ook koorts erbij. Ik vond het genoeg. Op zoek naar een dokter of iemand die me kon helpen. Niet veel later stond de taxi klaar naar het plaatselijke ziekenhuis. We hadden het geluk dat we bij vreselijke lieve mensen sliepen, ook al spraken ze bijna geen woord Engels. We hadden zelfs een privé wekdienst (lees: de haan).
De eerste indruk bij het ziekenhuis is eentje waar voor je vreest. Druk, chaotisch en als enige buitenlander vreselijk aangestaard worden. Totdat er een hele lieve vrouw mij aansprak in redelijk goed Engels. Ik mocht meekomen en een thermometer onder m’n oksel houden. Nog steeds koorts. Ik begreep niet waar we heen gingen, maar we volgde de vrouw maar. Er wordt natuurlijk niets gedaan voordat je betaald hebt. Dus mijn privé dokter Pleunie regelde alles zodat ik geholpen kon worden, de schat!
Uitgedroogd
Een half uurtje later en ik lag aan het infuus. Er moest water en vitaminen bij. Ik was een beetje uitgedroogd, schijnt. Ondertussen moest ik wat onderzoekjes doen en werd bloed afgenomen. En je verwacht het niet: maar wat een top service hier! Heel hygiënisch en prima zusters! Zo af en toe moest er Google Translate aan te pas komen, maar de diagnose was duidelijk: een maagdarm infectie. Het advies was om alleen maar soep te eten de komende dagen. En tevens kreeg ik maar liefst 8 verschillende medicijnen voorgeschreven. Maar wat kon mij het schelen, ik wilde me niet meer zo akelig voelen.
De dagen na het ziekenhuisbezoek waren eentonig. Slapen, medicijnen innemen, soepje scoren en weer slapen. En dat drie keer per dag. Na een dag of 3 voelde ik me al weer wat beter. Goed genoeg om de oversteek te maken naar Da Nang. Ookal was dat nog een flinke afstand, ik wilde een nieuwe frisse omgeving!
De bijzondere oversteek naar Da Nang
Het werd een bijzondere oversteek. Eerst de bus naar Nha Trang en ’s avonds met de nachttrein naar Da Nang. De busrit was zo gepiept. Ik begin al bijna te wennen aan die maffe buschauffeurs hier in Vietnam. Gewoon niet kijken welke capriolen de man uithaalt en wachten tot het voorbij is, dat is het devies. Eenmaal in Nha Trang hadden we maar een paar uurtjes om hier te verblijven. Dat was maar goed ook, het stikte er namelijk van de Russen. Op zich niet zo erg, maar zelfs wij werden aangesproken in het Russisch. Bepaald geen compliment als je het mij vraagt. We brachten de uurtjes door in een leuk koffietentje in het gezelschap van een Amerikaanse meid die voor 1,5 jaar de wereld aan het ontdekken was. Genoeg stof om over te praten dus.
‘S avonds gingen we met de beruchte nachttrein naar Da Nang. Wat een avontuur was dat! We stonden keurig netjes te wachten totdat we als een stel schapen op het perron werden gedreven. Daar liep iedereen vrolijk over het spoor, zelfs als er een trein passeerde. Geen probleem hier. De trein kwam keurig op tijd het perron op rijden. We hadden gekozen voor een ‘soft sleeper 1st class’. Verwacht geen koninklijke suite, maar voor Vietnamese begrippen wel luxe. De coupé die we toegewezen kregen bestond uit 4 bedden. Twee beneden, en twee boven. Wij hadden de twee bovenste bedden. Wel op Vietnamees formaat, maar dat terzijde.
Enthousiaste Amerikanen!
Daar zaten we dan, in de nachttrein. We deelden de coupe met een Vietnamese vader en zoon die samen een bedje deelde en synchroonsnurken was hun grootste hobby. Het laatste bed was voor een toffe Amerikaan. Wat kunnen die gasten verhalen vertellen en wat zijn ze heerlijk enthousiast. De sfeer zat er vanaf minuut 1 lekker in. Over en weer deelden we wat mooie verhalen en foto’s uit totdat we toch echt het lampje uit moesten doen. Poging 1 van slapen was ingezet.
2 van de 27 pogingen slaagden om even te slapen. Waarschijnlijk een netto slaaptijd van zo’n 2 uur. Maar wat maakte het uit!? We wisten geen moment waar we aan toe waren. Soms stopten we een uurtje, en dan reden we weer. Dit was een belevenis op zich! Dit hoort bij het mooie leven wat we hier hebben. Op z’n Vietnamees werden we bruut ontwaakt in de vroege morgen. “DANANG, DANANG, DANANG”, klonk het met de zware stem van de Vietnamese conducteur. ’s Ochtends om half 7 kwamen we in 10 stukken aan op het station in Da Nang. En hoe gek het ook klinkt, maar ik zat vol energie! We hadden ons doel bereikt: Nieuwe avonturen beleven in Da Nang!