Geen auto’s, niemand die zich druk maakt, lekker sfeertje en een verlaten strand die in m’n mooiste dromen nog niet voorkomt. Dit moet haast Koh Mook wel zijn! En dat was het hoor! 4 dagen luieren op een schattig klein eiland waar ze van onthaasten hun primaire dagtaak hebben gemaakt. Een gevoel van niks moet, niksen mag.
De dagen in Trang waren bijzonder, op z’n zachtst gezegd. Die avonturen werden nog even verlengd terwijl we van Trang city naar Koh Mook, ook wel Koh Muk genoemd, probeerden te komen. De keuze voor het vervoer was óf met de duurdere longtailboot óf met de ‘normale’ boot. Dat laatste was het goedkoopste. Aangezien we er bijna een sport van hebben gemaakt om zo goedkoop mogelijk te leven, was de keus eenvoudig. Tot op heden wisten we wel: hoe goedkoper, des te meer avontuur. De tocht naar Koh Mook was er ook zo eentje.
You want it cheap, you get it cheap!
We stapten 20 maart in een busje samen met nog een stel verdwaalde Fransozen. Akelig irritant dat die mensen geen woord Engels (willen) praten. Maar oké, de talenknobbel aangezet en in m’n beste Frans een woordje met ze gesproken. Moeders zou trots op me zijn. Het kwam er op neer dat zij ook twijfelden of ze wel in de goeie bus waren gestapt. Daar hoefde je eigenlijk geen Frans voor te kunnen om dat te begrijpen. Om de 10 minuten kwam er een passagier bij. Stuk voor stuk locals. Totdat het busje propvol zat en het koers zette richting een plekje waar het volgende vervoersmiddel klaar stond. Of nouja, klaar stond…
De boot was er eentje waarvan je denkt: ‘Komt er nog een andere boot misschien?’. Het werd maximaal volgeladen met eten en drinken voor het eiland. Waarschijnlijk zaten we tussen de uien die we ’s avonds op ons bord hadden liggen. Nadat ook een aantal scooters en een complete huisinrichting op de boot was geladen, konden we aan boord. Alleen maar lokale mensen. En wederom sprak niemand Engels. Je wist dus niet echt waar je aan toe was. Hoe laat zouden we vertrekken? Geen idee. Maar wat geeft het. We hebben nog wel even vakantie…
Thaise eigenaardigheden
Wat me in Trang ook al opviel waren de dames en meisjes met witte schmink. Er zaten ook een paar meiden op de boot die een grote witte laag make up op het gezicht hadden geplamuurd. Het zag er niet uit. Maar wat blijkt nou, ze doen het om er bij te horen. ‘Blanke’ Thaise mensen schijnen meer aanzien te hebben. Als je blank bent, hoef je geen vuil werk te doen. Dat is de simpele gedachte achter de witte make up van al die Thaise dames. Een keerzijde van het o zo mooie Thailand, helaas.
Nadat de bijzondere bootrit was voltooid, bereikten we de pier van Koh Mook. Wat gelijk opviel was dat ze hier met provisorische Tuk Tuk’s het eiland onveilig maakten. Geen auto’s en geen ‘normale’ wegen. Een nauwe betonstrook waar je amper met twee Tuk Tuk’s naast elkaar kon rijden. Je rijbewijs krijg je hier bij de aankoop van een grootverpakking Danoontjes waarschijnlijk. Kinderen van een jaar of 8 schampen hier met Max Verstappen achtige snelheden over het eiland. Toch een minpuntje hoor. Aan een opgevoerde brommer op zo’n eiland heb je helemaal niks. Behalve pijn aan de oren.
Hoge zwoelheidsfactor in Koh Mook
De slaapplek was dit keer een soort van bungalow. Laten we er niet om heen draaien: we zijn toch een beetje luxe-pony’s. Zonder airco slapen is een grote opgave. Met tropische temperaturen is de zwoelheidfactor vrij hoog. Het doet je denken aan die ene nacht in Nederland waar het opeens vreselijk heet is, en je ventilator stuk is. Het werden twee nachtjes even doorbijten. Maar het plekje was wel top! Op loopafstand van Charlie Beach. Een heerlijk rustig strandje waar we elke avond genoten van romantische zonsondergangen en koude biertjes. Dit was een snelcursus ‘Zen’. Wat een oase van rust. Wuivende palmbonen, groen beklede rotsen en het zonnetje dat de mooiste rode kleuren geeft. Dit is genieten!
Koh Mook en de Thaise tafelmanieren
In een van de gezellige restaurantjes was het eten wederom heerlijk. Even voor de duidelijkheid. Wanneer je denkt aan het woord ‘restaurant’, denk je aan een keurig gedekte tafel, gezellige inrichting en eten dat tegelijk geserveerd wordt. Dat is hier allemaal net even iets anders. Hier is het begrip restaurant: Tafel van bamboe, stoel, twee stokjes (of vork en lepel) en zo snel mogelijk je bestelling opnemen én serveren. Dat laatste is echt zo grappig soms. Je krijgt de menukaart (papiertjes in kapotte insteekhoesjes), en in een recordtempo komt er iemand bij je staan. Ze blijven dan ongemakkelijk bij je staan en verwachten dat je binnen 10 seconden kunt beslissen wat je wil eten. Voor mijn vrouwelijke wederhelft is dit echt onmogelijk. Keuzes maken en menukaarten, dat gaat nog niet echt hand in hand. Heb je besteld, dan wordt het in willekeurige volgorde geserveerd. Net even iets anders dan hoe wij het in Nederland gewend zijn.
Maar het eten smaakt er niet minder om! Zo ook bij Hilltop Restaurant. Twee schattige zusjes van een jaar of 10 vormden de bedrijfsleiding. Voor Thaise begrippen werden we zelfs in goed Engels gevraagd wat we wilden eten en drinken. Het is hier de normaalste zaak van de wereld om als dochter of zoon mee te helpen in de keuken of in bediening. De één vindt het zielig, de ander de normaalste zaak van de wereld. Bij het Hilltop Restaurant was het alles behalve zielig. Ze hadden de grooste lol samen. Maakten grapjes met ons en als klap op de vuurpijl durfde ze het aan om nog even armpje te drukken. Het plezier spatte er van af. Het leven van de local hier kan ik alle eenvoud echt geweldig zijn.
Licht aan het eind van de tunnel
Als je in Koh Mook bent en niet de Emerald Cave hebt bezocht, dan is er iets goed mis gegaan. De toeristische trekpleister van het eiland is een verlaten strand waar je alleen kunt komen via een grot van zo’n 100 meter. En met een boot kun je er niet komen. Dit moesten we dus echt doen! We kregen een tip van een mede-reiziger om voor de grote menigte te gaan. Dat betekende vroeg opstaan. Wat was dat ook alweer, vroeg opstaan?
Met een privé boot met de vrolijkste Thaise kapitein allertijden voeren we richting de grot. Wat een geweldig tijdstip om de groene rotsen van dichtbij te bekijken. Een rust dat perfect past in de sfeer van de dagen in Koh Mook. Het had zo moeten zijn. Een kleine 20 minuutjes varen en we kwamen aan bij de ingang grot. Tot onze grote verbazing waren we niet de enige die op het briljante idee was gekomen. Maar gelukkig viel het nog mee met de drukte. Zwemvest om en een duik in het diepe. A la Pieter van den Hoogenband in z’n beste tijd, zwommen we door de grot. Pikkedonker! Waren wij even blij dat Thaise man met koplamp voorop ging. Het maakte het niet minder spannend. Een ervaring op zich!
Het moment dat je licht aan het eind van de tunnel ziet is iets magisch! Hoe is het ooit ontstaan, zo’n geweldig stukje wereld. De natuurwonderen bestaan. Heel even hadden we het privé strandje voor ons alleen. Wat was het er fantastisch. Ik begreep volkomen dat ze hier een toeristische trekpleister van hadden gemaakt. Je zult zeggen, overdrijf niet zo. Maar gelukkig hebben we de foto’s nog! Nadat we met onze snorkels Nemo nog even hadden gespot, keerden we met een magisch gevoel terug naar de pier.
Aangeschoten richting Koh Lanta!
De dagen in Koh Mook zaten er bijna op. Toevalligerwijs kwamen we bij een ander schattig restaurantje hetzelfde Engelse stel tegen, die we in de bus naar Trang hadden ontmoet. We werden op z’n Engels gevoerd met bier. Ongevraagd werd het glas telkens weer gevuld. Toen de toestand ‘enigszins aangeschoten’ was bereikt, bedankten we ze voor de gezellige avond en liepen we met een voldaan gevoel richting onze slaapplek.
De volgende dag vertrokken we naar Koh Lanta, per boot. Een meer toeristisch eiland waar, als het goed is, genoeg te doen is om er een weekje te blijven. De oase van rust en het ongedwongen gevoel laten we voor even achter ons.
Het leven is hier zó mooi!