Nieuwe dingen zijn eng. Zeker als we niet precies weten wat ze opleveren. ‘Stel je voor dat..’ Ja, maar als..’ of ‘Nu gaat het toch ook goed?’ zijn waarschijnlijk de meest voorkomende antwoorden op vragen over nieuwe dingen. We zijn soms een beetje bang om uit de comfortzone te kruipen en van de gebaande paden af te stappen. De roep naar zekerheid wordt groter. Daar dragen we allemaal ons steentje aan bij. Maar moet je niet soms gewoon de boot pakken en onderweg eens bekijken waar het schip strandt? Of blijf jij aan wal om te kijken hoe de boot vertrekt? Welke zeevaarder ben jij eigenlijk?
Het klinkt natuurlijk heel stoer: “We zien wel wat er van komt…”. Het is het eigenlijk ook. Geen mens kan zonder zekerheid. Met dergelijke uitspraken treedt je buiten je comfortzone, geen twijfel over mogelijk. De een noemt het stoer, de ander een manier van leven.
Lekker in je comfortzone…
Wanneer je nog geen koophuis hebt, weet ik zeker dat er minstens 3 mensen in je omgeving de afgelopen tijd hebben gevraagd: “Zou je niet een huis moeten kopen? Nu is de rente écht laag en heb je zekerheid van je maandlasten”. We worden dus ook nog eens aangemoedigd door elkaar om vooral maar veel zekerheid op te zoeken. We vinden het heel normaal om te kiezen voor zekerheid. Lekker in de comfortzone. Dat is natuurlijk ook helemaal geen gekke gedachte. Elk mens heeft behoefte aan duidelijkheid en structuur. Het is erg prettig om te weten waar je exact aan toe bent. Het brengt een bepaalde rust in je leven.
Toch hoor ik regelmatig de wat oudere mensen zeggen “Had ik maar…”. Ze hebben soms het gevoel dat ze de boot hebben gemist. Het verlangen naar zekerheid en het bekende was blijkbaar zo groot, dat ze hun hele leven al hadden uitgestippeld voordat ze überhaupt aan de levensreis waren begonnen. Aan het eind van de reis zoekt men toch naar het onbekende. Ze willen de zeerover zijn die nog voor op het dek van het schip staat. Maar de kade is dan vaak al in zicht…
Het lijken net zeevaarders
Managers lijken soms net mensen. Of beter gezegd ‘zeevaarders’. Je hebt ze in verschillende soorten. De ‘kapitein Haak’ types, de beroepsvisser of gewoon de rubberbootvaarders. Dat laatste soort kom je toch regelmatig tegen. Omdat ze weten dat ze met een roeibootje niet ver zullen komen willen ze de tocht van te voren exact uitstippelen. Welke golven komen we onderweg tegen? Hoe is de stroming? Waar zijn de piraten? (want dan varen we daar met een boog om heen..) Dit zal menigeen bekend in de oren klinken. Ze zijn misschien wel de gevaarlijkste zeevaarders van het vaardomein. Dit type manager zorgt er voor dat veel schepen aan de kade blijven. We dienen zoveel zekerheid te hebben voordat we het anker naar boven halen. Van het droogzwemmen is nog nooit iemand verdronken. De roep naar zekerheid is soms funest.
Moeten we niet soms wat meer de trossen losgooien, uit die comfortzone stappen en gewoon zien waar we uit komen?